Uiteraard doet iedere Olympiër het voor de roem in plaats van de poen, maar een financiële vergoeding voor zo’n top prestatie is altijd mooi meegenomen. Wat dat betreft mogen bijvoorbeeld Sifan Hassan, Niek Kimmann en Kiran Badoel niet klagen: zij mogen €30.000 bijschrijven voor hun gouden medaille. Maar hoe verhoudt zich dat tot andere landen?
Natuurlijk krijgen niet alleen de gouden medaillewinnaars een vergoeding. Ook voor zilver en brons wordt er door het Olympisch Comité een vergoeding gegeven. Voor zilver mag men €22.500 bijschrijven en voor brons €15.000. Een prima beloning, maar sommige landen tasten dieper in de buidel.
- Singapore: 622.000 euro (goud), 311.000 euro (zilver) en 155.000 euro (brons);
- Taiwan: 603.000 euro (goud)
- Indonesië: 292.000 euro én een vast bedrag van 1.180 euro per maand.
- Bangladesh: 252.000 euro
- Kazachstan: 211.000 euro
- Italië: 180.000 euro (goud), 90.000 euro (zilver) en 60.000 euro (brons)
- Estland: jaarlijkse premie van 4.600 euro voor het leven
- Frankrijk: 65.000 euro voor goud, 25.000 euro voor zilver en 15.000
- Japan: 38.000 euro (goud), 15.000 euro (zilver) en 7.500 euro (brons)
- Duitsland: 20.000 euro (goud), 15.000 euro (zilver), 10.000 euro (brons)
- Groot-Brittannië, Noorwegen en Zweden: noppes, nada, niente.