Brazilië. Gastland van het WK 2014 en, als het een beetje meezit, tegenstander van Oranje in de achtste finale. ‘We’ hebben een vrij innige band met de Goddelijke Kanaries op mondiale eindtoernooien. Zo speelde Nederland in 1974, 1994, 1998 én 2010 tegen de recordkampioen. Overigens met wisselend succes: Twee keer winst, twee keer verlies.

Een wedstrijd tegen Brazilië is altijd speciaal voor mij. Ik denk dan bijvoorbeeld terug aan die kwartfinale in het Amerikaanse Dallas in 1994. Ik was nog een klein mannetje van net negen jaar. Mijn moeder vierde haar 25-jarig jubileum als werkneemster van C&A en daarom was het groot feest in huize Janssen. Het toeval wilde dat op dezelfde avond de wedstrijd tegen Brazilië gespeeld zou worden. En dus werd er flink uitgepakt. Pa Janssen stapelde twee televisies op elkaar zodat iedereen de match goed zou kunnen zien. Beamers kwamen toen alleen nog in Star Trek voor. Deze operatie was geen kinnesinne, want hiervoor werd een reusachtige Blaupunkt met dito beeldbuis van opa en oma in Maastricht verhuisd naar Hulsberg, waar het feest plaatsvond. En dat gevaarte moest ook nog de kamer ingedragen én op een tv-meubel gezet worden.

Ja mensen, opa vertelt vandaag.

Dan Oranje zelf: De Gouden Generatie uit 1988 was bezig aan haar laatste krachttoer en bovendien niet meer helemaal compleet. Marco van Basten was geblesseerd aan zijn beruchte enkel en dus niet beschikbaar en Ruud Gullit was vlak voor aanvang van het WK met ruzie uit het Nederlandse kamp vertrokken. Dus mochten we het doen met Ronald Koeman, Frank Rijkaard en Jan Wouters als backbone van het elftal. Maar met de jonge magiër Dennis Bergkamp en de flitsende pizzakoerier Marc Overmars in de gelederen, mochten we al met al niet klagen. Alhoewel, vooral de ‘oude’ mannen hadden moeite met de hitte tijdens het WK in de Verenigde Staten, waardoor we wat roestig door de eerste ronde kwamen, ondanks een 1-0 nederlaag tegen België.

Nederland- Brazilië werd echter een finalewaardig duel. Ik zat helemaal vooraan, met mijn neus haast in die enorme beeldbuis, die het ondanks zijn respectabele leeftijd nog goed deed. Oranje startte beroerd en kwam met 2-0 achter door goals van Romario en Bebeto. De mannen in de kamer baalden als een stekker, maar ik vond de wiegende dansjes van de doelpuntenmakers (Bebeto was papa geworden, vandaar) uiterst grappig. Daarna trok het Nederlands Elftal echter als een wervelwind over het veld: Het team van coach Dick Advocaat overklaste de Brazilianen volledig en kwam terug tot 2-2, mede dankzij een fabelachtig mooie goal van Dennis Bergkamp. De spanning was om te snijden op het feestje, waar het jubileum van mijn moeder allang geen item meer was. Het lot van het gezellig samenzijn werd bepaald door de einduitslag van deze voetbalwedstrijd.

En toen was er Branco, de man met het verschroeiende schot.

Vrije trap voor Brazilië, twintig meter van het Nederlandse doel verwijderd. Doelman Ed de Goeij formeerde een muurtje van Oranje-spelers. Een oom achterin de huiskamer riep nog: “Die muur staat verkeerd!” Maar Ed hoorde het niet. Branco legde aan, schoot en de bal flitste als een kanonskogel lángs de Oranje-defensie. De Goeij zag de bal komen, wierp zich in de hoek, maar kwam net te kort. Een houdbare bal? Een keepersblunder?

En terwijl Branco en zijn Braziliaanse kompanen weer de samba dansten, klonk in de Hulsbergse duisternis het geluid van startende auto’s. Het feestje was voorbij.