Johan Cruijff, geboren op 25 april 1947, is volgens velen één van de beste voetballers ooit. In 1999 werd hij ook al uitgeroepen tot beste Europese voetballer van de twintigste eeuw. ‘Het orakel’ maakte in 1964, als 17-jarig jochie, zijn debuut van het grote Ajax, waarin hij direct scoorde. Cruijff haalde als profvoetballer verschillende prijzen binnen en ook als trainer deed hij het jaren fantastisch. Daarnaast heeft hij tijdens zijn loopbaan verschillende schitterende uitspraken gedaan: vandaag een overzicht van de twintig mooiste uitspraken van Johan Cruijff, in willekeurige volgorde.
1. Als ik zou willen dat je het begreep, had ik het wel beter uitgelegd.
2. De Koreaanse verdediging was net een geitenkaas.
3. Als je niet ken winnen, moet je zorgen dat je niet verliest.
4. Ik ben overal tegen. Totdat ik een besluit neem, dan ben ik ervoor. Lijkt me logisch.
5. Als je op balbezit speelt, hoef je niet te verdedigen, want er is maar één bal.
6. Ik hou van werken zolang het werken is waar ik van houd.
7. Als je voor elke positie de beste speler kiest, heb je nog geen sterk elftal maar een team dat als los zand uiteen valt.
8. Als wij de bal hebben kunnen hun niet scoren.
9. Ik geloof niet, omdat ik dus niet gelovig ben, maar ik denk wel dat er iets anders is, maar daardoor geloof ik datgene wat ik dus denk dat er is.
10. Ik maak eigenlijk zelden fouten, want ik heb moeite me te vergissen.
11. Vaak moet er iets gebeuren, voordat er iets gebeurt.
12. Elk nadeel heb z’n voordeel.
13. Voetballen is heel simpel, maar het moeilijkste dat er is, is simpel voetballen.
14. Ervaring. Dat heb je of dat heb je niet.
15. Voetbal doe je met je hoofd. De bal gaat nu eenmaal sneller dan de benen.
16. Als ik thuis kom van een tv-analyse vraagt mijn vrouw: Wat heb je gezegd? Dan zeg ik: Al sla je me dood.
17. Het behoort tot de wetten van het voetbal dat op succes vaak een grote teleurstelling volgt.
18. Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie dan met de visie van een ander.
19. Je moet schieten, anders kun je niet scoren.
20. Toeval is logisch.