Vrijdag vindt de WK-loting van het Wereldkampioenschap voetbal 2014 in Brazilië plaats en zal er weer een ‘poule des doods’ aangewezen worden. Door de jaren heen zijn er al verschillende moeilijke poules geweest. Daarom hebben wij een overzicht gemaakt van de 5 zwaarste WK-poules ooit. Vrijdag zullen we nog aandacht hebben voor de vijf zwakste WK-poules.

5. Argentinië, Nederland, Ivoorkust, Servië en Montenegro (WK 2006)
In Europese Kampioenschappen belandt het Nederlands elftal vrijwel altijd in zware poule, maar op WK’s ontspringt het Nederlands elftal vaker de dans. Vooral in 2010 was de loting voor Oranje erg mild. Uitzondering op de regel was het Wereldkampioenschap in 2006, waar het team van Marco van Basten in een poule terechtkwam met Argentinië, Ivoorkust en Servië & Montenegro. Het Nederlands elftal was toen geen groepshoofd, net als bij aankomend WK. Uiteindelijk bleek de zwaarte van de poule mee te vallen, aangezien Ivoorkust en Servië niet zo sterk waren als aanvankelijk gedacht.

4. Denemarken, West-Duitsland, Uruguay, Schotland (WK 1986)
De toenmalige bondscoach van Uruguay, Omar Borras, muntte de term ‘groep des doods’, waardoor deze poule niet mag ontbreken. Uruguay lootte tegen het sterke West-Duitsland, Schotland en opkomende Denemarken. Ook deze poule bleek achteraf mee te vallen, gezien het feit dat door het toenmalige systeem de nummers drie van de poules zich ook nog konden plaatsen voor de knock-out fase. Uruguay aan twee remises en een nederlaag (van nota bene 6-1) voldoende voor de volgende ronde, waardoor alleen de Schotten huiswaarts vertrokken.

3. Brazilië, Engeland, Oostenrijk, Sovjet-Unie (WK 1958)
In het huidige voetbal wordt deze poule niet als ‘dodelijk’ omschreven, maar dat lag in de jaren ’50 wel anders. Engeland en Brazilië werden op dat moment tot de favorieten voor de WK-titel gerekend en ook Oostenrijk (met Ernst Happel en Gerhard Hanappi in het team) behoorden tot de top 10 van de wereld. Brazilië werd in deze groep redelijk gemakkelijk eerste, mede door de geniale Pelé en Garrincha. De Sovjet-Unie troefde Engeland af in de strijd om de tweede plek en stroomde daardoor door naar het knock-out fase.

2. Italië, Frankrijk, Argentinië, Hongarije (WK 1978)
Op het oog een onmogelijke poule met grootmachten Italië, Argentinië, Frankrijk en Hongarije. Zeker omdat Nederland in een poule kwam met Iran, Peru en Schotland leek dit op een vrije loting. Helaas werd het niet zo spannend als eerst gedacht. Frankrijk, dat speelde met een nog jonge Michel Platini, werkte nog aan haar reputatie. Uiteindelijk werd het helemaal niet zo spannend, aangezien Italië en Argentinië na zeges in de eerste twee wedstrijden al zeker van de tweede ronde waren.

1. Brazilië, Engeland, Roemenië, Tsjechoslowakije (WK 1970)
In deze poule zaten de laatste drie wereldkampioenen en de verliezend finalist van 1962, die in de voorronde had afgerekend met de verliezend finalist van 1954: een echte poule des doods dus. Wie herinnert zich het geniale moment van Pelé niet meer, die vanaf de middenlijn de keeper van Tsjechoslowakije bijna verraste. Of de elegante tackle van Bobby Moore op Jairzinho. Uiteindelijk bereikten Brazilië (met drie zeges) en Engeland de kwartfinales.