Er doen fantastische verhalen de ronde over het legendarische doelpunt van Dennis Bergkamp in de kwartfinale van het WK 1998 tegen Argentinië (2-1). Mijn favoriet is de anekdote over randstedelijke taxichauffeurs, die bij het horen van de uitzinnige radiocommentator Jack van Gelder (“BERGKAMP, BERGKAMP, BERGKAMP, DENNIS BERGKAMP. OOOOHHHH”) niet wisten of de toenmalige Oranje-vedette nu ernstig geblesseerd was geraakt, voor dood op het veld lag of toch – het meest aannemelijk – een goal had gescoord.

Overigens had ikzelf tijdens die wedstrijd dezelfde ervaring als deze taxichauffeurs. Ook ik heb de goal van Bergkamp nooit live gezien. Dat was overigens mijn eigen stomme schuld. Mijn zenuwen speelden mij zodanig parten, dat ik besloot vlak voor het eindsignaal de keuken in te lopen om wat drinken uit de koelkast te halen. En net op dat moment gaf Frank de Boer een prachtige dieptepass, die weergaloos werd aangenomen door Bergkamp, die vervolgens directe opponent Roberto Ayala uitspeelde en met buitenkant voet de bal langs doelman Carlos Roa trapte. 2-1 voor Nederland en een plek in de halve finale.

Ik ken dat fabelachtige doelpunt dus alleen maar uit oneindige herhalingen en van het radiocommentaar van Van Gelder, dat in de jaren nadien haast een cultstatus verwierf. Toen er gsm’s met polyphone ringtones op de markt verschenen, was de jubel van de Langs de Lijn-coryfee een populaire download. In mijn studentenhuis zijn ze regelmatig gewekt door de vreugde en bijna-hartaanval van de immer gebruinde journalist.

De wedstrijd tegen Argentinië staat sowieso bol van de anekdotes, memorabele momenten en weetjes. Het was een duel dat met recht meeslepend genoemd mag worden. Om te beginnen hadden de Argentijnen destijds een wereldelftal. Zonder een speler van het kaliber als Messi, maar wel met slopers achterin als Nestór Sensini en Roberto Ayala, provocateurs als Diego Simeone en Ariël Ortega, de artiest Juan Sebastián Veron en de killers in de spits Gabriel ‘Batigol’ Batistuta en Claudio ‘de Vlo’ Lopez. En niet te vergeten Carlos Roa, de doelman van Real Mallorca, die vanwege zijn geloof weigerde te spelen op zondag.

Na de flitsende start van Oranje (1-0 door Kluivert) en de snelle gelijkmaker van Lopez, ontspon zich een spannende wedstrijd, die bij vlagen keihard was, maar vooral gekenmerkt werd door het hoge tempo. De Argentijnen schoten op de paal, Nederland kreeg flink wat kansen, maar beide partijen leken de beslissing niet te kunnen forceren binnen de negentig reguliere minuten. Benauwd werd het voor Nederland, toen Arthur Numan met twee keer geel het veld moest verlaten. Twee terechte prenten overigens, maar wel uitgelokt door Simeone en Ortega, die bij elke charge over het gras buitelden als door een kogel getroffen.

De wraak van Nederland was echter van diezelfde, bedenkelijke Latijnse allure: Ortega, dat kleine, irritante ventje die vreselijk goed kon voetballen, kreeg rood, nadat hij met zijn weelderige krullenbos de vier koppen grotere Edwin van der Sar tegen de grond beukte. Nou ja, hij toucheerde lichtjes de onderkin van de boomlange keeper- hoger reikte Ortega immers niet – waarna deze gretig neer ging. Voor de vorm bleef Van der Sar nog even wachten op de overbodige verzorging, maar het effect was bereikt: de stand was in score én in aantallen gelijk.

Vervolgens was het aan Dennis Bergkamp om met zijn finest moment in nationale dienst, Nederland naar de volgende ronde te schieten. Een schilderachtig mooi einde aan een denkwaardig duel.

Het is maar goed dat er herhalingen bestaan.