Statistieken liegen niet. Tien gespeeld, negen gewonnen en één gelijkspel. Een doelsaldo van liefst +29. Het Nederlands elftal heeft zich keurig door de kwalificatie gevoetbald en mag naar het WK. Cijfers om tevreden naar te kijken, maar wat zijn ze waard richting Brazilië?

Dat is de meest gestelde vraag de afgelopen dagen. De tegenstand in de groep was zeker niet hoogstaand, maar Roemenië en Turkije bezitten zeker kwaliteiten. Dat Oranje daar relatief gezien eenvoudig van wint is een positief signaal, zo’n negen maanden voor aanvang van het WK. Er werd geopend tegen Turkije (2-0) en de laatste wedstrijd was ook tegen de Turken (0-2). De ontwikkeling die tussen die twee wedstrijden zit zal bondscoach Louis van Gaal tevreden stellen.

Daryl Janmaat, Bruno Martins Indi en Jeremain Lens hebben zich ontwikkeld tot echte A-internationals. Bij anderen valt de ontwikkeling iets tegen, maar de ingezette lijn blijkt te werken. Van Gaal weet bovendien Robin van Persie eindelijk optimaal te gebruiken in de spitspositie. De aanvaller van Manchester United viel vaak tegen in Oranje, maar onder Van Gaal lijkt dit te zijn veranderd.

Hij en Arjen Robben zijn de mensen die het in Brazilië moeten gaan doen. Dat is uitgekauwd brood dat ik u voorschotel. Dat realiseert iedereen zich inmiddels. De vraag is echter welke spelers dit topduo zal gaan moeten ondersteunen. Zijn de jonkies klaar om daadwerkelijk te presteren op een eindtoernooi?

Ik vrees dat het antwoord nee is. Een WK-eindronde is andere koek dan de tegenstand van de afgelopen twee jaar. Volgens Van Gaal zal de selectie voor het duel tegen Frankrijk in maart volgend jaar veel verklappen over de WK-selectie. De Amsterdammer doet er verstandig aan vooral veel ervaring in zijn ploeg op te nemen. Mannen die weten wat topvoetbal is en niet schrikken van wat druk meer of minder.

Maarten Stekelenburg, Gregory van der Wiel, Urby Emanuelson, Klaas-Jan Huntelaar, Joris Mathijsen en Erik Pieters zijn namen die nauwelijks onder Van Gaal zijn opgeroepen, maar wel over die ervaring beschikken. André Ooijer was te oud, te sloom en passé voor het WK van 2010. In de kwartfinale tegen Brazilië bewees hij zijn ervaring. Vlak voor tijd te horen krijgen dat je moet spelen en toch gewoon je man uitschakelen. Zo simpel kan het zijn.

Het elftal moet in dienst staan van Robben en Van Persie. Dan kan het niet zo zijn dat een van de andere negen bezwijkt onder de spanning. De rest moet gewoon zijn taak doen en de ballen inleveren bij de grote twee. Dat is een goed begin op weg naar succes.

– Job Hazelaar