Gesink en Mollema - Tour de France

Op 2 juli zal de Tour de France van 2016 van start gaan. Dit jaar vertrekt de karavaan vanaf het rotseilandje Mont Saint-Michel, voor de Normandische kust. Gedurende drie weken zal het peloton via het Centraal Massief, de Pyreneeën, de Jura en de Alpen traditiegetrouw finishen in Parijs.

Dit jaar zullen ook de beste Nederlandse renners aan de start staan. De laatste weken hebben zij zich kunnen voorbereiden op de Tour, met wisselend resultaat. Een hersenschudding, een leiderstrui en een keelontsteking. Hoe staan de Nederlandse renners ervoor, een kleine twee weken voor de start?

Kelderman

Wilco Kelderman lijkt klaar voor de Tour, maar we denken dat we niet al te veel van hem hoeven te verwachten. Kelderman reed een redelijke Ronde van Zwitserland: hij veroverde donderdag de leiderstrui, maar raakte die de dag erna meteen weer kwijt. De kopman van Lotto-Jumbo staat “bekend” om zijn wisselvallige dagen.

“Ik denk dat die wisselvalligheid het grootste obstakel voor hem zal zijn om een hele goede Tour de France te gaan rijden. Ik denk niet dat we van hem een ‘Kruijswijkje’ moeten verwachten”, voorspelt NOS-wielercommentator Gio Lippens.

Gesink

Robert Gesink, de tweede kopman van Lotto-Jumbo, viel in de Ronde van Zwitserland en liep een hersenschudding op. Is hij op tijd hersteld om te starten in de Tour de France? Dat is nog maar de vraag. Nadat Gesink buiten de selectie voor de Olympische Spelen viel, richtte hij zijn pijlen op een goed klassement in de Tour. Helaas herstelt Gesink langzamer dan verwacht. Het valt dus nog te bezien of de 30-jarige Nederlander van start zal gaan.

Mollema

Ook Bauke Mollema heeft zijn voorbereiding op de Tour niet goed weten af te sluiten. Mollema, die deelnam aan het Criterium du Dauphiné, kneep in de laatste etappe in de remmen nadat hij last had van keelontsteking. De dag daarvoor kende de Nederlander ook al een slechte dag. Hij kwam toen, in de Koninginnenrit, op 28 minuten van winnaar Thibaut Pinot over de streep.

Er waren wel meer renners die op dat moment uit koers stapten. Mollema zei ook zelf dat er helemaal geen reden was voor paniek. Dat was gewoon een kwestie van drie dagen uitzieken en dan weer hard gaan trainen. Tot nu toe weten we dat hij gewoon in de toptien kan rijden in de Tour. Maar kan hij daar ook bovenuit stijgen? Dat is het belangrijkste. Hij krijgt een paar sterke ploeggenoten met zich mee.”